De regio Twente kampt met een tekort aan technisch personeel. De leden van het innovatie-initiatief van Heracles Almelo slaan de handen ineen om samen meer technisch talent aan te trekken, op te leiden en te behouden voor de regio. Daarbij is er een belangrijke sleutelrol weggelegd voor kennisinstellingen zoals de Universiteit Twente. Een interview met prof. dr. Geert Dewulf, Chief Development Officer van de UT.

De UT is nu bijna twee jaar strategisch partner van het Innovatie-initiatief. Wat heeft die samenwerking tot nu toe opgeleverd?

“Er zijn verschillende samenwerkingen ontstaan, maar die kan ik niet allemaal direct toeschrijven aan onze deelname in het innovatie-initiatief. Het helpt natuurlijk wel om elkaar vaker te ontmoeten. De grote bedrijven wisten ons al te vinden, maar we willen ook beter zichtbaar en benaderbaar zijn voor het MKB. Al zijn daar nog wel wat hobbels te nemen. Voor kleinere bedrijven is het vaak onmogelijk om aan te sluiten bij een groot Europees onderzoekstraject van vier jaar. En toch vinden wij het MKB belangrijk omdat juist daar veel innovaties hun oorsprong vinden. Daarom zijn we op zoek naar mogelijkheden om het MKB toch meer bij de UT te betrekken. Daar biedt het innovatie-initiatief kansen. Het brengt iedereen samen, het maakt ons zichtbaar en we hopen dat daarmee de drempel om de Universiteit Twente te benaderen lager wordt. Andersom moeten onze onderzoekers ook begrijpen hoe het in het MKB werkt. Dat lukt niet via een telefoontje. Daarvoor moet je in contact komen. Die verbindingen kunnen er uiteindelijk voor zorgen dat we technisch talent kunnen behouden voor de regio.” 

“We willen ook beter zichtbaar zijn voor het MKB”

Geert Dewulf

Hoe is de Universiteit Twente bij het Innovatie-initiatief betrokken geraakt?

“Ik ben als Chief Development Officer verantwoordelijk voor de externe partnerschappen en relaties van de Universiteit Twente. In die rol, maar zeker ook in mijn vorige functie als decaan van de faculteit Engineering, had ik al veel contact met de grotere high tech bedrijven uit het innovatie-initiatief. Ook bestonden er al jarenlange samenwerkingen met een aantal van die bedrijven en natuurlijk met het ROC van Twente en het Saxion. Dus toen zij zich aansloten, was het voor ons ook logisch om in te stappen.”

Was er toen ook al een connectie met Heracles Almelo?

“Jazeker, op meerdere vlakken zelfs. Vanuit onze spin-offs (bedrijven die ontstaan zijn vanuit de UT, red.) liepen er al een aantal projecten bijvoorbeeld met betrekking tot Data Science. Dus het contact met Heracles was er al. Sterker nog, oud-speler en huidig bestuurslid Marnix Smit is bij mij gepromoveerd. Al was dat voor ons niet doorslaggevend om lid te worden van de Innovatiebox. Niet dat we voetbal niet mooi vinden, maar als UT ligt het bijvoorbeeld minder voor de hand om stagiaires en afstudeerders onder te brengen in het stadion. Die functies worden eerder ingevuld door studenten van het ROC of Saxion.”

Waar ligt voor de Universiteit Twente dan de focus in dit initiatief?

“Ons doel is vooral om het werk van de Universiteit Twente dichter bij de bevolking te brengen, om zo ook talent te werven en te behouden. Dat is voor ons belangrijk. Door ons partnerschap met Heracles Almelo maken we ons zichtbaar en presenteren we ons in een aantrekkelijke omgeving. En daarin spelen niet alleen onze zakelijke relaties een rol. We willen ook de supporters en de inwoners van Almelo meer betrekken in wat wij doen. Onze naam is niet voor niets University of Twente – Human Touch. We zijn nu aan het kijken hoe we de supporter en de omgeving van het stadion beter kunnen gaan bedienen waarbij we vanuit de hightech terugwerken naar de burger. Je kunt fantastische technologie ontwikkelen maar als je daar de samenleving niet bij betrekt, wordt het niet geaccepteerd en heb je er niets aan. Over robotica bestaat bijvoorbeeld vaak het vooroordeel dat dit banen gaat kosten. Maar wat de voordelen zijn en dat het ook werkgelegenheid oplevert weten veel mensen niet. Daar ligt voor ons een taak om die technologie en kennis dichterbij de mensen te brengen. Citizen science noemen we dat. Ik zou het mooi vinden als de supporters kunnen zien waarom wij in de Innovatiebox (de skybox van het innovatie-initiatief, red.) samen zijn en wat daaruit kan voortkomen.”

“Ons doel is vooral om het werk van de Universiteit Twente dichter bij de bevolking te brengen, om zo ook talent te werven en te behouden”

Geert Dewulf

Een beetje zoals nieuwe toepassingen vanuit de F1 hun weg vinden naar onze gewone auto’s?

“Ja, eigenlijk wel. Onze wetenschappelijke projecten lopen al ver vooruit en eindigen vaak met een prototype. Die prototypes moeten dan door bedrijven verder doorontwikkeld worden om ze in de samenleving te brengen. Als universiteit moeten wij een brug slaan tussen de ontwikkelfase en de uiteindelijke productie. Bij het testen van de prototypes kan een stadion zoals Erve Asito goed fungeren als fieldlab.”

Erve Asito als fieldlab. Dat zullen veel lezers nu associëren met de Corona-pandemie. Maar op welke vlakken kan ons stadion nog meer als testomgeving fungeren?

“Corona heeft de wetenschap zeker meer zichtbaar gemaakt en dichter bij de praktijk gebracht. De UT speelt daarin nog steeds een rol. Maar ik denk dat het altijd goed is om wat terug te doen voor de regio. Of in dit geval voor het stadion en zijn omgeving. Neem bijvoorbeeld het observeren van verkeersstromen en het verzamelen van data over hoe mensen zich bewegen in een stadion, wat zich kan vertalen naar een beter crowd management. Maar ook in sport is data science niet meer weg te denken. Zo wordt er onderzoek gedaan in het stadion en op het voetbalveld. Heracles heeft veel baat bij de data die daar verzameld wordt en er is een mooie spin-off uit ontstaan. Een verrijking voor de regio. En er zijn nog veel meer onderwerpen denkbaar uit het ecosysteem rondom het stadion. Met name Data & Health en Data & Mobiliteit zijn thema’s waar we het komende jaar veel aandacht aan willen besteden.”

Refereert u dan met het onderwerp Data & Health ook aan The Fitgame wat onlangs door Heracles Almelo samen het MST en ROC van Twente is gestart?

Onder andere. Op dit moment werkt de Universiteit Twent mee aan een driejarig onderzoeks- en innovatieprogramma Topfit Citizenlab waarin burgers, bedrijven, zorgprofessionals samen met wetenschappers werken aan het ontwikkelen en inzetten van technologische innovaties voor de zorg en gezondheid. Preventie en vitaliteit zijn voor onze studenten van de opleiding Technische Geneeskunde daarin belangrijke thema’s. Zij ontwikkelen apparatuur die moeten bijdragen aan een betere gezondheid van de bevolking. The Fitgame is een programma waarmee we die ontwikkelingen weer dichterbij de samenleving kunnen brengen. Dat lag eerst meer bij het ROC en Saxion, maar nu gaan wij kijken hoe we hier wetenschappelijk in kunnen bijdragen.”

In voorgaande artikelen over het Innovatie-initiatief wordt deze vorm van samenwerken vaak vergeleken met het bekende Brainport Eindhoven. In hoeverre klopt die vergelijking volgens u?

“Ik begrijp de vergelijking maar er zijn wel belangrijke verschillen. Rondom Eindhoven is het ecosysteem totaal anders. Daar zitten een paar hele grote techbedrijven en speelt PSV de hoofdrol. Hier is veel meer diversiteit. Er zijn twee topclubs en de hightech is meer versnipperd over diverse grote en kleinere bedrijven. Dat heeft natuurlijk nadelen, maar het betekent ook dat je elkaar nodig hebt om iets te bereiken. Je kunt meer aanbieden en er is niet één grote partij in de lead. De kunst is alleen om ons als één blok naar buiten te profileren en daar helpt het innovatie-initiatief zeker bij.

Het proces wat hier gestart is is toch wel uniek. Neem onze samenwerking met het ROC van Twente en het Saxion. Die bestond natuurlijk al wel, maar wordt nu nog verder verdiept en dat is van groot belang. Want hier op de UT gebeuren bijvoorbeeld fantastische dingen in artificial intelligence maar als dat op het hbo en mbo niet wordt opgepakt, hebben we een probleem. Die keten van kennis en praktijk moeten we samen vormgeven en dan helpt het om op verschillende vlakken samen op te trekken.”

“Die keten van kennis en praktijk moeten we samen vormgeven”

Geert Dewulf

In uw carrière hebben wetenschap en voetbal zich telkens gekruist. Toeval?

“Dat denk ik niet. Ik ben wel een groot voetballiefhebber. Ik ben opgegroeid in België waar ik nog op een best hoog niveau gevoetbald heb. Toen ik ging studeren in Nederland kwam daar een einde aan. Later bleken mijn zoons getalenteerde voetballers en ben ik veel betrokken geweest bij hun club Rood-Zwart in Delden. Marnix Smit die destijds bij mij promoveerde, heeft mijn zoons ook een tijd lang getraind. Zo word je natuurlijk ook wel Heracles-fan.

Ik weet nog toen Marnix promoveerde er een groot spandoek aan het stadion hing met het opschrift ‘Innovatie & Sport’. Die twee onderwerpen hangen nog steeds heel nauw samen. Voetbal is een verbindende factor. Als het goed gaat met Heracles kent iedereen Almelo. Het is belangrijk om successen met de regio te associëren. En een gezamenlijke passie, versterkt dat nog meer.”

<!–[if lte IE 8]>

<![endif]–>New call-to-action hbspt.cta.load(7480293, ‘6512b114-a734-41bb-a185-316f40b2628b’, {“region”:”na1″});